“Ik heb een keer op een Mercedes gereden, maar dat is geen ‘Van Wijk’-wagen. Bij E. van Wijk rijden we DAF.”

“Een chauffeur ben je, dat kun je niet worden.”

Cor Vos

Gepensioneerd Chauffeur

Grote wagens en verre reizen

66 jaar en zeven maanden oud was Cor Vos toen hij zijn laatste rit in dienstverband bij E. van Wijk had gereden. Daarmee kwam een einde aan een loopbaan die hij begon op zijn 21ste jaar. Na het beëindigen van zijn militaire dienstplicht kwam Cor in loondienst bij Ad van Wijk om daar tot aan zijn pensioen te blijven werken. “Ad is een aardige man. Het voelde meteen goed. Ik heb hier ook mensen zien komen waar ik gelijk aan zag ‘die gaat het hier niet redden’. Je moet in een bedrijf passen. Een klik hebben. Bij mij zat het meteen goed. Ik kon er mijn ei kwijt. Ik mocht ver gaan. No limits. Ad remde mij nooit af. De politie wel. De eerste jaren kreeg ik regelmatig een verbaal wegens overtreden van de rij- en rusttijden. Dat leerde ik later wel af en heb ik op een gegeven moment ook niet meer gedaan. Pakte beter mijn rust.” Voor het chauffeursvak moet je in de wieg gelegd zijn volgens Cor. Bij hem was dat bijna letterlijk het geval. “Toen ik drie jaar oud was zei ik al dat ik vrachtwagenchauffeur wilde worden.” Amper veertien jaar oud ging Cor al werken. “Op school kon ik het niet houden.” Bij drukkerij Veerman in Heusden leerde hij het vak van loodzetter. Een mooi, ambachtelijk beroep. Maar een leven on the road bleef hem trekken. Zo gauw hij kon trok hij de deur van de drukkerij achter zich dicht om achter het stuur te klimmen. Als pensionado doet hij dat trouwens nog steeds. Op basis van een nul-urencontract wordt Cor nog regelmatig als oproepkracht ingeschakeld. Geen lange ritten meer. Zijn vrouw Marijke vond het ook wel welletjes. “Ze heeft altijd achter mij gestaan. Ik was vaak de hele week van huis. Lange ritten op een grote wagen, daar hield ik van.” Die wagens, dat waren altijd DAF’s zo beaamt Cor. “Ik heb een keer op een Mercedes gereden maar dat is geen ‘Van Wijk’-wagen. Bij E. van Wijk rijden ze DAF. Daar zijn ze mee vergroeid.” Hij vervoerde veel droge lading als ertsen en mineralen, granulaten en ook petrochemische producten. Altijd West-Europa. Scandinavië, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije. Het maakte hem niet zoveel uit. Alhoewel: “Liefst reeds ik door Frankrijk en Italië. Daar kun je het beste eten en hebben ze goede wijn.” Cor hoort niet bij degenen die zeggen dat vroeger alles beter was. “Tegenwoordig is het voor de chauffeur beter. De wagens zijn veel comfortabeler. Ik rij nog weleens in zo’n oldtimer waar er hier een paar van staan en dan denk ik: “Hoe hebben wij daar ooit mee naar Italië kunnen rijden? Elektrische pompwagens, alles op kratten, niks meer met de hand hoeven lossen, dat zijn ook voordelen van de moderne tijd. En de rij- en rusttijden staan strak geregistreerd. Dat is voor iedereen gewoon beter. Als je ziet hoe druk het is op de weg. Je moet vechten voor iedere meter.” Eén ding verandert nooit volgens Vos: “Een chauffeur ben je, dat kun je niet worden.”

“Ik heb een keer op een Mercedes gereden, maar dat is geen ‘Van Wijk’-wagen. Bij E. van Wijk rijden we DAF.”

“Een chauffeur ben je, dat kun je niet worden.”

Cor Vos

Gepensioneerd Chauffeur

Grote wagens en verre reizen

66 jaar en zeven maanden oud was Cor Vos toen hij zijn laatste rit in dienstverband bij E. van Wijk had gereden. Daarmee kwam een einde aan een loopbaan die hij begon op zijn 21ste jaar. Na het beëindigen van zijn militaire dienstplicht kwam Cor in loondienst bij Ad van Wijk om daar tot aan zijn pensioen te blijven werken. “Ad is een aardige man. Het voelde meteen goed. Ik heb hier ook mensen zien komen waar ik gelijk aan zag ‘die gaat het hier niet redden’. Je moet in een bedrijf passen. Een klik hebben. Bij mij zat het meteen goed. Ik kon er mijn ei kwijt. Ik mocht ver gaan. No limits. Ad remde mij nooit af. De politie wel. De eerste jaren kreeg ik regelmatig een verbaal wegens overtreden van de rij- en rusttijden. Dat leerde ik later wel af en heb ik op een gegeven moment ook niet meer gedaan. Pakte beter mijn rust.” Voor het chauffeursvak moet je in de wieg gelegd zijn volgens Cor. Bij hem was dat bijna letterlijk het geval. “Toen ik drie jaar oud was zei ik al dat ik vrachtwagenchauffeur wilde worden.” Amper veertien jaar oud ging Cor al werken. “Op school kon ik het niet houden.” Bij drukkerij Veerman in Heusden leerde hij het vak van loodzetter. Een mooi, ambachtelijk beroep. Maar een leven on the road bleef hem trekken. Zo gauw hij kon trok hij de deur van de drukkerij achter zich dicht om achter het stuur te klimmen. Als pensionado doet hij dat trouwens nog steeds. Op basis van een nul-urencontract wordt Cor nog regelmatig als oproepkracht ingeschakeld. Geen lange ritten meer. Zijn vrouw Marijke vond het ook wel welletjes. “Ze heeft altijd achter mij gestaan. Ik was vaak de hele week van huis. Lange ritten op een grote wagen, daar hield ik van.” Die wagens, dat waren altijd DAF’s zo beaamt Cor. “Ik heb een keer op een Mercedes gereden maar dat is geen ‘Van Wijk’-wagen. Bij E. van Wijk rijden ze DAF. Daar zijn ze mee vergroeid.” Hij vervoerde veel droge lading als ertsen en mineralen, granulaten en ook petrochemische producten. Altijd West-Europa. Scandinavië, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije. Het maakte hem niet zoveel uit. Alhoewel: “Liefst reeds ik door Frankrijk en Italië. Daar kun je het beste eten en hebben ze goede wijn.” Cor hoort niet bij degenen die zeggen dat vroeger alles beter was. “Tegenwoordig is het voor de chauffeur beter. De wagens zijn veel comfortabeler. Ik rij nog weleens in zo’n oldtimer waar er hier een paar van staan en dan denk ik: “Hoe hebben wij daar ooit mee naar Italië kunnen rijden? Elektrische pompwagens, alles op kratten, niks meer met de hand hoeven lossen, dat zijn ook voordelen van de moderne tijd. En de rij- en rusttijden staan strak geregistreerd. Dat is voor iedereen gewoon beter. Als je ziet hoe druk het is op de weg. Je moet vechten voor iedere meter.” Eén ding verandert nooit volgens Vos: “Een chauffeur ben je, dat kun je niet worden.”